SNÅSA

– EEN TRADITIONEEL DORP IN TRØNDELAG.

Snåsa is een traditioneel dorp in Trøndelag waar bosbouw, landbouw en rendieren houden de belangrijkste inkomstenbronnen zijn. Met 2100 inwoners en een oppervlakte van 2300 km2 is er meer dan genoeg ruimte en het landschap met bergen, bossen en water ziet er prachtig uit. Snåsa heeft 2500 meren en het water wordt door het dorp gebruikt om hout te transporteren en energie op te wekken. Snåsavann AS beschermt de natuurlijke rijkdommen van het dorp en zet zo de oude tradities voort.

DE LANDEIGENAAR


”We houden ons vooral bezig met melkkoeien en bosbouw. Er is 450 hectare land. De familie van mijn moederskant is hier in 1694 heen verhuisd. Dus ja, ik denk dat we wel in Snåsa zullen blijven.”

Landeigenaar Peter Finsås verbergt een bescheiden glimlach achter het koffiekopje dat bijna verdwijnt in zijn grote vuist, en kijkt naar het deels bevroren Snåsameer. De schaduw van een sperwer vormt een perfecte cirkel in het berijpte veld. Het spoor van een haas verdwijnt onder een jeneverbesstruik aan de rand van het bos.

Peter Finsås (foto) en Ola Brede zijn de twee landeigenaren die bij onze projecten betrokken zijn. De familie van Finsås kwam in de zeventiende eeuw naar Snåsa en hij runt zijn familiebedrijf als een traditionele boer.


”Oorspronkelijk was dit een familie van priesters. Bernt Julius Muus is waarschijnlijk de meest bekende van het stel. Hij emigreerde eind negentiende eeuw naar de VS en was de oprichter van St. Olavs College. Dat was de eerste migratiegolf van Snåsa, er vertrokken meer dan 500 inwoners, vooral jonge mensen die konden werken. Sinds de jaren ‘50 van de twintigste eeuw daalt het inwonertal weer gestaag. Er zijn zo veel bedrijven gesloten en gecentraliseerd, zo veel banen verdwenen.”

Finsås vertelt: ”Mohamed zwemt altijd tegen de stroom in. Hij kwam hier terwijl verder iedereen vertrok. Toen hij me vertelde dat hij water wilde verkopen … tja, daar dacht ik het mijne van. Net als iedereen hier vond ik water vanzelfsprekend. Als ik dorst had, bukte ik me om water uit een beekje te drinken. Water is leven. We hebben hier een rijke fauna.”

Een gemeente met meer meren dan mensen. Snåsa heeft 2500 meren en 2100 inwoners.


Finsås noemt op: ”Elanden, bergrendieren, herten, reeën, vossen, nertsen, marters, korhoenders, hazelhoenders, auerhoenders, alpen- en moerassneeuwhoenders, eekhoorns, rondzwervende wolven, lynxen, veelvraten… ja, en nog veel meer. Om van de flora nog maar te zwijgen. Weet je, er zijn maar zo‘n 2100 inwoners in Snåsa, maar we hebben 2500 watertjes en meren. Maar zo is het natuurlijk niet overal, en ik besefte al snel dat Mohamed een visie had, dat hij iets op het spoor was. Sindsdien steunde ik zijn idee.

Het nationaal park Blåfjella-Skjækerfjella beslaat een groot deel van het oosten van de gemeente Snåsa en staat bekend om zijn vele natuurlijke rijkdommen en de uitgebreide flora en fauna.


Iedereen die nieuwe banen kan creëren verrijkt het dorp en de gemeente. Als ze de grond willen gebruiken die ik bezit, dan zal ik ze niet in de weg staan. Ik ben voorzitter van het museumbestuur, ik weet wel wat over de geschiedenis uit deze buurt, en de laatste tijd denk ik vaak aan een zekere Elise. Elise was een oude boerin die in 1894 hier vlakbij werd geboren in Hårråmyra, bij de Snåsa-bron. Ze zei altijd dat er hier goud in de grond zat. Ik weet niet waar ze het vandaan had, niemand nam haar echt serieus, maar ze bleef het beweren. Achteraf denk ik dat ze met het goud misschien wel het water bedoelde!”

Het op zes na grootste meer van het land, het Snåsameer, ligt deels in de gemeente. Andere meren zijn Andorsjøen, Bangsjøene, Grøningen, Holderen en Store Øyingen. Deze afbeelding is gepubliceerd met toestemming van het Norsk Folkemuseum.